top of page
Foto van schrijverPuch Club Nederland

Bertus en Tinus, een kerstverhaal


Een voorbeeld van de machines van Bertus en Tinus

In een klein dorp omringd door bossen en weilanden wonen twee vrienden, Bertus en Tinus. Ze kennen elkaar al heel wat jaren en delen hun passie voor motorrijden, een terrasje pakken en gezellig met elkaar grappen en grollen.


Hun vriendschap was er een van de soort die je zelden ziet, ze hadden samen eindeloos veel ritten gemaakt. Bertus op zijn Puch 250 TL en Tinus op zijn Puch 250 SGS.

Samen hadden ze alle denkbare weersomstandigheden getrotseerd en menig probleem opgelost

Altijd samen aan het sleutelen

Dagen en nachten hadden ze samen aan hun motoren gesleuteld.

Ze hadden op een zeker moment zelfs landelijke bekendheid gekregen door een rocknummer dat over hen werd gemaakt door een bekende Achterhoekse band. Dat was een beetje uit de hand gelopen en had hen nog jarenlang achtervolgd.





Maar dat was toen. Nu waren ze, jaren later en ondanks hun sterke band, in een heel vervelende ruzie verwikkeld. Ze hadden elkaar daardoor al maanden niet meer gesproken.


De aanleiding van hun ruzie was klein maar venijnig. Tijdens hun laatste rit samen, was er een misverstand ontstaan over welke route het leukst was. Tinus, altijd al iets meer avontuurlijk, had gekozen voor een modderig bospad.


Bertus zag dat als gevaarlijk en onnodig risicovol. Bovendien was hij de laatste tijd toch al niet meer zo zeker op zijn toch wel goed te hanteren motor. Daar had hij het met Tinus al eens over gehad maar die had dat weggewuifd. "Niet kinderachtig doen Bertus!" had hij met een lach gezegd. "Je wordt toch geen ouwe zeur hoop ik?¨ Die reactie was Bertus toen al in het verkeerde keelgat geschoten. Maar dat gevoel was ook weer weggeëbd.


Maar nu was dat boze gevoel weer helemaal terug. Had Tinus dan geen enkel gevoel in zijn lijf? Kon hij nou niet een beetje begrip opbrengen voor zijn oude kameraad? Al rijdend wond Bertus zich steeds meer op en terwijl ze gewoon verder reden liep de spanning bij Bertus steeds verder op. Zijn vertrouwen in Tinus was weg. Die had in zijn gedachten hun veiligheid onnodig op het spel gezet. Maar vooral dat de man waarmee hij zo lang bevriend was geweest eigenlijk helemaal niks om hem leek te geven zat Bertus dwars. Hij wachtte het eind van de rit niet af, sloeg een andere weg in en reed met een omweg naar huis.


Tinus zag op een zeker moment dat Bertus niet meer achter hem reed, stopte en probeerde te bellen. Bertus nam niet op. Ongerust reed Tinus de weg terug, overal kijkend of hij misschien Bertus in de berm zag liggen. Maar niets. Nog eens bellen, Niets. Nog verder zoeken. Niets. Ten einde raad reed hij naar het huis van Bertus. Die liep voor zijn huis. Zijn motor was nergens te bekennen. Hij keek Tinus aan, liep zonder iets te zeggen naar binnen en gooide de deur met een klap dicht.


Sinds dat moment hadden ze elkaar niet meer gesproken. In de supermarkt in het dorp was Bertus Tinus nog een keer straal voorbij gelopen. Zonder een woord te zeggen, Hun jarenlange vriendschap was echt kapot.


Het is kerstavond, de sneeuw valt in dikke vlokken. Er ligt al een behoorlijke laag, Bertus zit in zijn loods aan zijn motor te sleutelen. Hij wil zijn gedachten verzetten, maar de stilte in de ruimte herinnert hem aan het gemis van Tinus. Hij probeert het van zich af te zetten, maar hoe meer hij zijn gedachten probeert te stoppen, hoe sterker hij de teleurstelling en het gemis voelt. Plotseling klinkt er een geluid, het lijkt alsof er een motor sputtert en hapert. Even later wordt er op de deur van de loods geklopt.

Het geluid van een sputterende, haperende motor

Bertus opent de deur en in de vlagen opgejaagde sneeuw staat een man gekleed in een lange leren jas. Hij heeft een ouderwetse pothelm op. Vanonder de helm golft lang haar en op de jas zit een soort zilveren logo dat Tinus niet direct kan onderscheiden.

“Zou u me kunnen helpen?” vraagt de man met een bescheiden, zachte stem. “Mijn motor heeft het zojuist begeven en ik heb geen gereedschap bij me. Verder zou ik niet eens weten wat eraan mankeert.”

Bertus reageert eerst wat argwanend maar de man straalt een vreemd soort betrouwbaarheid uit. Dus trekt hij toch zijn duffelse jas aan en stapt naar buiten waar langs de verlaten weg die door het dorp loopt, een oldtimer Puch 250 SG staat. Dat is kennelijk de motor die het op dit onzalige moment opgegeven heeft. Dat is eigenlijk niet ongebruikelijk voor deze oldtimers.


Bertus aarzelt, maar iets in de situatie zegt hem dat hij de enige is die hier zou kunnen helpen. Hij loopt samen met de mysterieuze motorrijder naar de onwillige motor toe. De man kijkt Bertus aan met een mengeling van hoop en onzekerheid. "Kerstavond is niet de beste tijd voor pech, hè?" zegt de vreemdeling, terwijl hij toch liefdevol over de tank strijkt. “Het is ook niet de meest betrouwbare machine natuurlijk. Maar ik ben eraan gehecht. Ik heb hem ook al zo lang.”


Bertus glimlacht een beetje schaapachtig en buigt zich over de Puch. “Je hebt geluk. Ik ken deze machines wel. Ze zijn mooi, maar kunnen koppig zijn,” zei hij. Samen duwen ze de Puch naar de loods waar ze proberen hem weer op gang te krijgen. De ontsteking, is er wel vonk? De benzine, is de sproeier niet verstopt? Hebben we een andere bougie die we kunnen proberen? Door deze zoektocht, al pratend over motoren en avonturen, voelt Bertus zijn hart langzaam ontdooien en zijn gedachten afdrijven naar Tinus. Opeens realiseert hij zich hoe klein hun ruzie eigenlijk was en hoeveel hij zijn vriend mist. Na een half uur wroeten en sleutelen slagen ze erin de Puch weer tot leven te wekken. Het proberen van een andere condensator blijkt de oplossing. De vreemdeling is dolblij en bedankt Bertus dan ook uitbundig. “Ik weet niet hoe ik je kan bedanken. Als je ooit hulp nodig hebt, ik sta altijd voor je klaar!” zegt hij waarbij hij Bertus doordringend aankijkt. Even later rijd hij weg in de sneeuw.


Bertus kijkt hem hem peinzend na en verwondert zich over het feit dat het wel leek of de man rechtstreeks de hemel in reed. Hij schudde even met zijn hoofd. Nu geen gedachten in je hoofd halen Bertus, dit moet gezichtsbedrog zijn.


Eenmaal weer in de comfortabele warmte van zijn huisje kan hij maar niet loskomen van wat er gebeurd is. Bladerend in de eindejaar uitgave van de Puch Kurier hoort hij een vertrouwd geluid, iemand komt langzaam en voorzichtig de straat inrijden. Hij herkent onmiddellijk het geluid van de motor. Een geluid dat hij uit duizenden zou herkennen als het moest.


Het was Tinus die aan de stoeprand was gestopt en vandaar de naar de voordeur gelopen Bertus aankeek. Hij had Bertus gezien met de vreemdeling en de Puch toen hij de hond uitliet.  Dat had ook bij hem een steek van spijt opgeleverd. Waarna hij besloot Bertus te gaan opzoeken om te zien of hij het goed kon maken.

Buiten klonk het geluid van een motor

Nu stonden ze daar, Bertus in de deuropening, Tinus in de nog steeds neervallende sneeuw. Ze staarden elkaar zwijgend aan, De lucht tussen hen voelde zwaar van wat gezegd moest worden. Het leek uren te duren. Tinus zuchtte. “Het spijt me, Bertus, Ik had niet moeten doen wat ik deed. Het was roekeloos, en ik snap dat ik je vertrouwen heb geschaad, Ik had ook meer rekening met je moeten houden en naar je zorgen moeten luisteren.”


Bertus knikte, de woorden van de vreemdeling op zijn Puch nog vers in zijn gedachten. “Weet je, Tinus, ik had iets anders van je verwacht. Maar ik had misschien ook wel duidelijker kunnen zijn over mijn bangigheid. Ik kon dat ook niet goed want daar was ik dan weer een beetje te trots voor. Ik word een daagje ouder en weet niet goed hoe ik daar mee om moet gaan denk ik. Maar dat is geen reden om onze vriendschap op te geven. De dag loopt op z’n eind, maar het is ook kerstavond. Vrede op aarde zeg maar. Zullen we zeggen 'zand erover' ?”


Zonder verdere woorden stapten ze samen naar binnen, waar de warmte van de open haard en het zachte licht van de kerstboom hen verwelkomden. De Puch Kurier lag nog opengeslagen op tafel, naast de prachtige kalender. Ook dat waren tekenen van vriendschap. Ze lachten. "Met Puch maak je vrienden!" zei Tinus. Ze bladerden wat in het blad, dronken een koffie, aten een oliebol en genoten van de onverwachte verzoening. Het werd weer een ouderwetse avond, het beste kerstcadeau dat ze elkaar hadden kunnen geven.

Buiten klonk vaag het langzaam in de verte verwaaiende, knetterde geluid van een door de versnellingen schakelende Puch 250 SG op weg naar wie weet waar. Ze bedachten nu allebei dat het leven in fasen verloopt. En zij waren in een wat langzamere fase beland. En dat leverde ongetwijfeld weer nieuwe mogelijkheden op.




36 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page